Op 5 november heeft de ECOFIN-Raad een politiek akkoord bereikt over het richtlijnvoorstel ‘Btw in het digitale tijdperk’ (ViDA). De maatregelen in het “VAT in the Digital Age” (ViDA)-voorstel introduceren nieuwe regels voor bedrijven die grensoverschrijdende transacties uitvoeren en voor beheerders van platforms. De meeste leveranciers zullen hun facturatie- en btw-rapportageprocessen moeten aanpassen, en er komen nieuwe verplichtingen en verantwoordelijkheden voor platforms die leveringen faciliteren. Nu moet het Europees Parlement worden geraadpleegd. Wij geven alvast een overzicht van wat er op dit moment bekend is, verdere details volgen later.

Platforms

De btw-verantwoordelijkheden worden uitgebreid voor digitale intermediaire platforms. Zo zal de btw-verplichting van platforms voor leveringen door niet-EU-leveranciers worden uitgebreid om alle leveringen van goederen door niet-EU-verkopers vast te leggen, met ingang van 1 januari 2027. De platforms zullen ook verantwoordelijk worden voor de btw afdracht voor passagiersvervoer en korte termijn verhuur van accommodaties aanbieden, indien de platforms die deze diensten faciliteren en de bedrijven dit zelf niet doen. Bovendien zal de plaats van btw-heffing worden aangepast zodat de btw op B2C-faciliteringsdiensten door alle platforms verschuldigd wordt in de lidstaat waar de onderliggende transactie plaatsvindt.

E-facturering/digitale rapportage

Een verplichte elektronische factureringsvereiste wordt ingevoerd voor B2B-leveringen van goederen en diensten binnen de EU. De e-factuur moet worden uitgegeven binnen 10 dagen nadat de grensoverschrijdende levering van goederen of diensten heeft plaatsgevonden. Voor zogenoemde ‘self-billing’ geldt een termijn van 5 dagen. Dit vereiste gaat in op 01-07-2030, waarna papieren facturen of bijvoorbeeld pdf-facturen niet meer zijn toegestaan voor de genoemde transactietypen.

Een e-factuur is een factuur die wordt uitgegeven, verzonden en ontvangen in een gestructureerd dataformaat dat automatische verwerking mogelijk maakt. Een e-factuur moet factureringsgegevens bevatten in een machinaal leesbaar formaat dat automatisch kan worden geïmporteerd in het systeem van de klant zonder handmatige invoer.

Na formele goedkeuring van het ViDA-voorstel kunnen EU-lidstaten ervoor kiezen om verplichte e-facturering voor binnenlandse transacties in te voeren zonder voorafgaande toestemming van de EU.

Anders dan in de oorspronkelijke voorstellen zal het in bezit hebben van een e-factuur voor de in aanmerking komende transacties, een essentiële voorwaarde worden voor btw-aftrek. In eerste instantie verbood het ViDA-voorstel het gebruik van een verzamelfactuur, maar dit is nu vervallen. Verzamelfacturen mogen nog steeds worden uitgegeven, mits de btw in dezelfde maand verschuldigd is en de verzamelfactuur uiterlijk op de 10e van de volgende maand wordt uitgereikt.

Vanaf 01-07-2030 moeten grensoverschrijdende B2B-leveringen van goederen en diensten binnen de EU ook elektronisch worden gerapporteerd aan de belastingautoriteiten op het moment dat de factuur wordt uitgegeven of had moeten worden uitgegeven. Zowel de leverancier als de klant zullen de transactie moeten rapporteren, hoewel lidstaten de klant kunnen uitsluiten van deze rapportageplicht. Met deze realtime rapportage-eis verdwijnen de periodieke Europese Verkoop Lijst (ESL/Opgaaf ICP). Naast de informatie die momenteel op de ESL wordt gerapporteerd, zullen dan ook bankgegevens moeten worden gemeld.

Lidstaten kunnen ook eisen dat andere transacties op deze wijze dienen te worden gerapporteerd, bijvoorbeeld binnenlandse transacties. Lidstaten mogen echter hun bestaande e-facturerings- en digitale rapportagetools voor binnenlandse transacties behouden – bijvoorbeeld de SAF-T – maar moeten ervoor zorgen dat deze systemen per 1 januari 2035 interoperabel zijn met het EU-systeem voor grensoverschrijdende transacties.

Lidstaten die na 1 januari 2024 een binnenlands realtime rapportagesysteem hebben gelanceerd, moeten dit afstemmen op de EU standaard.

Eén enkele btw-registratie (SVR)

Een verplichte btw-verleggingsregeling wordt ingevoerd voor alle leveringen van goederen en diensten door een leverancier die niet is gevestigd of geen btw-registratie heeft in de lidstaat waar de btw verschuldigd is en de klant een btw-registratie heeft in die lidstaat (vanaf 01-07-2028).

Het toepassingsgebied van de One Stop Shop (OSS)-regeling voor buitenlandse btw-betalingen wordt per 1 januari 2027 uitgebreid tot de levering van gas, elektriciteit, warmte en koeling via systemen. De OSS-regeling wordt per 1 juli 2028 verder uitgebreid om ook binnenlandse en installatieleveringen van goederen te dekken door leveranciers die niet zijn gevestigd of geen btw-registratie hebben in de lidstaat waar de btw verschuldigd is. Dit zorgt ervoor dat bedrijven zich niet hoeven te registreren voor btw in het buitenland in situaties waarin de btw-verleggingsregeling niet van toepassing is.

Vanaf 1 juli 2028 wordt het ook mogelijk voor bedrijven om EU-grensoverschrijdende overbrengingen van eigen goederen te rapporteren in de OSS-aangifte, inclusief de daaropvolgende binnenlandse verkoop. De bestaande btw-vereenvoudiging voor consignatievoorraden wordt dan ingetrokken.

Conclusie: de aankomende btw-hervormingen onder het ViDA-voorstel betekenen een belangrijke stap naar een meer uniforme en gedigitaliseerde btw-structuur binnen de EU. De invoering van verplichte e-facturatie, realtime digitale rapportage en gestroomlijnde btw-registratieprocessen zijn gericht op het verminderen van administratieve lasten, het vergroten van transparantie en het verbeteren van belastingnaleving voor grensoverschrijdende transacties.

Naarmate de deadlines dichterbij komen, moeten bedrijven zich voorbereiden op nieuwe rapportagetechnologieën en -processen om een naadloze naleving te garanderen. Pincvision staat klaar om je te ondersteunen in deze overgang. Heb je hulp of advies nodig? Laat het hieronder weten ⬇️⬇️